Direct naar artikelinhoud

het brugse antiquariaat In Den eenhoorn bestaat vijftig jaar

'Het is hier tamelijk veilig. Vuur heeft lucht nodig om te branden en lucht is er hier niet veel'

Reportage

In de volste boekenwinkel van het land kan er altijd eentje bij

In het antiquariaat van Titia Van De Velde ruikt het naar de vervlogen vanille van 35.000 boeken, een schatting van rekken en kisten maal stapels, plus de hoopjes op de wenteltrap naar boven. 'Wie zoekt die vindt' is een rekbaar begrip. Want wie in In Den Eenhoorn op zoek gaat naar het einde van de nacht zou wel eens kunnen uitkomen bij het driedelige Creatief met kruissteek. Titia lacht: 'Sommige klanten trekken zich met boterhammen en een thermos koffie terug op de eerste verdieping.'

Brugge

Van onze medewerkster

An Olaerts

De deur van de winkel kriept voorzichtig open. Titia Van De Velde houdt de adem in terwijl ze vanuit de keuken tussen twee torens van kartonnen dozen kijkt wie daar is. "Is dit een winkel?" vraagt een stem 35.000 boeken verder. Met twee wankele pasjes wurmt een mevrouw zich te voorschijn langs een manshoge vracht oude National Geographic-nummers. "Ja hoor", overtuigt Titia. "Ik leg iedere dag andere boeken in de etalage en, al zie je er niets meer van, ik heb een toonbank met een kassa."

In Den Eenhoorn is een winkel, al sinds 1954. Titia was tien toen en hielp de klanten naar boeken zoeken in de uitleenbibliotheek van haar ouders. "Voor één, twee of drie frank mocht je de boeken tien dagen houden", zegt ze. "Alles stond netjes geklasseerd. Cowboyverhalen bij cowboyverhalen, meisjesboeken bij meisjesboeken. Ik wist alles staan. Nummer 3262 uit 23.000? Dat was een Konsalik." En lang geleden.

Vader en moeder Van De Velde kwamen samen met hun vier kinderen uit Nederland om in Brugge een uitleenbibliotheek te beginnen, In Den Brugschen Eenhoorn.

Marcel Van De Velde was een Bruggeling geboren in 1898, maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, stuurde zijn moeder hem naar Holland om aan het leger te ontsnappen. Hij vond onderdak bij een gezin in Amsterdam. En hoewel de Groote Oorlog na vier jaar weer was afgelopen, kwam Marcel Van De Velde veertig jaar lang niet terug naar huis, tenzij om zijn moeder stiekem te bezoeken. Niet meteen iets waar ze hier om konden lachen. Deserteur Van De Velde werd danig in de gaten gehouden. Een keer zelfs werd hij onder valse voorwendselen naar het consulaat in Amsterdam gelokt om hem te kunnen oppakken.

Het plan mislukte op het nippertje en Marcel Van De Velde besloot om voor altijd weg te blijven. Tot zijn moeder stierf. "Om geen twee keer te moeten betalen voor successierechten verhuisden we naar Brugge", vertelt Titia Van De Velde. "Met het geld van de erfenis van grootmoeder begonnen we een boekwinkel."

Vader Van De Velde had ervaring in het boekwezen. In Amsterdam had hij in een boekwinkel gewerkt en bovendien schreef hij zelf boeken, bij voorkeur over sprookjes, sagen en legenden. De eenhoorn vond hij een boeiend fabeldier, vandaar de naam van zijn Brugse uitleenbibliotheek.

Moeder Van De Velde had goede contacten met de uitgeverswereld in Nederland en snorde regelmatig per Solex naar Sluis om boeken te smokkelen en zo de invoerrechten te omzeilen. "Ik weet nog dat we haar een keer kwijt waren", vertelt Titia. "Hoewel ze 's morgens al vertrokken was, kwam ze 's avonds niet thuis. Bleek dat ze met die zware fietszakken vol boeken vastgereden was in een aardappelveld."

In gewone boekhandels moet je je buik nooit intrekken om naar binnen te kunnen, maar in In Den Eenhoorn is het al vijftig jaar anders. De warwinkel groeit je boven het hoofd vanaf de deur. Klanten moeten meteen een vreemde bocht nemen om het te halen. Achter de met letters ingemetselde toonbank ligt een berg plastic draagtasjes. Boeken staan in dubbele rijen in de rekken, stevige rekken. Geen prullen, want daar komt algauw metaalmoeheid van.

Titia vertelt over een oude schommeling en de gevaarlijke boekenregen. Ze stond kopieën te maken toen ineens het licht uitviel. Een hele lading boeken helde voorover en donderde in een stofwolk naar beneden. "Zeven uur lang", zegt Titia, "ben ik in de weer geweest om alles op te ruimen."

En dan zwijgt ze nog over de volgepropte dozen die voor de rekken staan. "Ooit heeft een mijnheer gekneld gezeten tussen de toonbank en drie dozen", herinnert ze zich "Die heb ik met een duwtje moeten bevrijden."

Dikke mensen moeten dapper zijn in In Den Eenhoorn, net als claustrofoben, die volgens Titia bij de ingang al naar lucht staan te happen.

Helaas, een groter pand is geen oplossing. "Er zouden alleen maar meer boeken van komen", zegt Titia Van De Velde. Net zoals in de jaren 1976 en '77 toen Titia zelf nog In Den Eenhoorn woonde. Tot de boeken haar en haar gezin naar elders verdrongen.

Bovendien heeft ze pas nog een nieuw contract getekend met de verhurende Kerkfabriek voor 27 jaar, om het verhuismonster te slim af te zijn. Desondanks blijft de kans op nieuw behangpapier onbestaand. Dwaze opmerking vindt Titia Van De Velde, die over het behang. Iedereen kan toch zien dat ze al jaren niet meer bij het behang kan.

"Mensen vinden me vast slordig", zegt ze. Dat mag, maar zelf is ze het er niet mee eens. Rommel is bij Titia een kwestie van prioriteiten. "Schoonmaken vind ik niet belangrijk", klinkt het. Daarna volgt dat poetsen, zelfs als ze zou willen, onmogelijk is en niet aan te raden. "Ten eerste omdat de vloer met boeken bezaaid ligt en ten tweede omdat vocht en boeken vijanden zijn."

Dat brengt het onderwerp op brand. Eén vonk volstaat om 35.000 boeken te laten verdwijnen in een zucht. Titia beseft dat In Den Eenhoorn bij vuur verloren is. Maar dat wil niet zeggen dat ze zich zorgen maakt. "Het is hier tamelijk veilig", zegt ze. "Vuur heeft lucht nodig om te branden en lucht is er hier niet veel. Daarvoor zitten de boeken te goed op elkaar gepakt." Titia lacht en voegt eraan toe: "Het brandpunt van boeken ligt op 451 graden Fahrenheit. Dat heb ik eens in een sciencefictionfilm gezien."

Vroeger stond de handelswaar in In Den Eenhoorn geordend volgens alfabet, maar Titia Van De Velde heeft het oude klassement reeds ruime tijd verlaten.

Tegenwoordig zijn er thema's. Op de overloop van de eerste verdieping hangt een grondplan en uitleg. Gids voor de misdienaar? Rechterkamer voor religie. Huwelijksnacht in de hel of Het wonder der voortplanting uit 1943? Seksualiteit en opvoedkunde, in de tweede kamer rechts van de trap. Hoe word ik een spion? Jongensboeken tegenover de meisjesboeken in de tweede kamer links van de trap. Natuur en dieren: achter de toonbank op de drie bovenste rekken. Koken: zelfde rek, tweede plank, alsook in de dozen ervoor.

"Mocht u toch nog de weg kwijtspelen", staat er getypt met een oude tikmachine, "dan helpt de cassière u graag verder." Titia is de cassière en Titia zegt: "Ik werk volgens systeem en op goed geluk. Soms weet ik echt iets staan en soms heb ik pech. Dan moet ik de boel verzetten en een stuk of twintig dozen uittasten."

Als de grote vondst daarna alsnog uitblijft, is er echter geen boosheid. "Ik vind het alleen spijtig als ik de mensen blij heb gemaakt met iets wat er niet is. Gelukkig gebeurt het zelden. Ik ken mijn weg in de chaos."

In In Den Eenhoorn duurt een dag zolang als drie grote kannen koffie. In de kastjes boven het met prullaria overladen aanrecht staan de kopjes klaar in het gelid. Rond de rommel op de keukentafel zitten altijd mensen. Twee buurvrouwen en een langharige maat slurpen en bevestigen de verhalen: "Titia weet alles staan. En Titia doet het niet om rijk te worden."

Op de vraag of het antiquariaat boterhammen oplevert, antwoordt Titia glimlachend "Mijn man werkt ook. Nee, In Den Eenhoorn is geen luxe. Ik kan er mijn rekeningen net van betalen. Niet erg, ik ben niet op jacht. Ik vrees dat het mij een beetje om de volksontwikkeling te doen is. Meer althans dan om de indexering." In de hele tijd dat Titia In Den Eenhoorn openhoudt, heeft ze namelijk niet één keer een index berekend. Laat staan toegepast. Vijf frank werd 12 eurocent en daarmee was de kous af. "Ik doe niet mee aan altijd de prijzen maar opslaan", zegt ze. De boekhouder snapt er niet veel van, maar Titia weet wie haar klanten zijn en niet zijn. "55 procent van de mensen leest nooit een boek. Mannen lezen het liefst over oorlog. Ze willen weten hoe het was, hoe het zou zijn en hoe ze dan zouden kunnen overleven. Vrouwen houden meer van liefdesromans en echt gebeurde verhalen. Maar sommige boeken heeft iedereen in huis. Die krijg je aan niemand nog versleten." Pieter Bas bijvoorbeeld, van Godfried Bomans, in een gratis uitgave van BP. Geen kans dat Titia Van De Velde nog één Pieter Bas zal inkopen. Hetzelfde voor Slag van de Ardennen, indertijd ook gratis te krijgen in het tankstation. Maar van boeken weggooien kan er desondanks geen sprake zijn. "Iedere vrijdag komt een oud mannetje op een fiets de boeken ophalen die ik niet verkoop", vertelt Titia. "Geen idee wat hij ermee doet, maar ik kan geen boeken bij het oud papier op straat zetten."